Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
ECRM
EVRM
Europees Verdrag voor de rechten van de mens
Europese Conventie voor de rechten van de mens
Functionele encopresis
Functionele enuresis
Lees meerderjarig
Neventerm
Psychogene encopresis
Psychogene enuresis
Reeds bestaand recht
Reeds bestaande diabetes mellitus type 2
Reeds verkregen en dadelijk belang
Urine-incontinentie van niet-organische oorsprong
Van zijn
Werkgroep Handvest

Traduction de «evrm reeds » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens | Europees Verdrag voor de rechten van de mens | Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden | EVRM [Abbr.]

Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales | Convention européenne des droits de l'homme | CEDH [Abbr.]


Europees Verdrag voor de rechten van de mens [ ECRM | Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens | Europese Conventie voor de rechten van de mens | EVRM | Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ]

convention européenne des droits de l’homme [ CEDH [acronym] convention de sauvegarde des droits de l'Homme et des libertés fondamentales ]


Werkgroep Handvest | Werkgroep opneming van het Handvest/toetreding tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens | Werkgroep opneming van het Handvest/toetreding tot het EVRM

Groupe de travail intégration de la Charte / adhésion à la Convention européenne des droits de l'homme (CEDH) | Groupe de travail sur la Charte


faillietverklaring na een reeds lopende andere regeling | faillissement als gevolg van een reeds lopende andere regeling

faillite prononcée à la suite d'une autre procédure initialement ouverte


Omschrijving: Herhaaldelijke, willekeurige of onwillekeurige productie van feces, doorgaans van normale of vrijwel normale consistentie, op daartoe in de eigen socio-culturele omgeving niet bestemde plaatsen. De toestand kan een abnormale voortzetting betekenen van normale kinderlijke incontinentie of een verlies van continentie na reeds verworven sfincterbeheersing of de opzettelijke productie van feces op ongeschikte plaatsen ondanks normale fysiologische sfincterbeheersing. De toestand kan voorkomen als een monosymptomatische stoornis of kan deel uitmaken van een uitgebreidere stoornis, met name van een emotionele stoornis (F93.-) of ...[+++]

Définition: Trouble caractérisé par une émission fécale répétée, involontaire ou volontaire, habituellement de consistance normale ou quasi-normale, dans des lieux non appropriés à cet usage, compte-tenu du contexte socio-culturel du sujet. Il peut s'agir de la persistance anormale de l'incontinence infantile physiologique, ou de la perte du contrôle sphinctérien survenant après une période de continence fécale, ou encore d'une émission fécale délibérée dans des lieux non appropriés en dépit d'un contrôle sphinctérien normal. L'encoprésie peut constituer un trouble isolé, mono-symptomatique, ou faire partie d'un autre trouble, en particu ...[+++]


Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door zichtbaar haarverlies ten gevolge van een herhaaldelijk onvermogen om weerstand te bieden aan de drang om haren uit te trekken. Het uittrekken van het haar wordt doorgaans voorafgegaan door toenemende spanning en wordt gevolgd door een gevoel van opluchting of voldoening. Deze diagnose dient niet gesteld te worden indien er sprake is van een reeds eerder bestaande ontsteking van de huid of indien het haaruittrekken plaatsvindt in reactie op een waan of een hallucinatie.

Définition: Trouble caractérisé par une perte visible des cheveux, causée par une impossibilité répétée de résister aux impulsions à s'arracher les cheveux. L'arrachage des cheveux est habituellement précédé par une sensation croissante de tension et suivi d'un sentiment de soulagement ou de satisfaction. On ne porte pas ce diagnostic quand le sujet présente une affection inflammatoire pré-existante du cuir chevelu, ou quand il s'arrache les cheveux à la suite d'idées délirantes ou d'hallucinations.


Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door onwillekeurige lozing van urine, zowel overdag als 's nachts, in afwijking van de norm voor de verstandelijke leeftijd van de betrokkene; en die niet het gevolg is van een gebrekkige controle over de blaas ten gevolge van een neurologische stoornis of van epileptische toevallen of van een anatomische afwijking van de urinewegen. De enuresis kan aanwezig geweest zijn vanaf de geboorte of kan ontstaan zijn na een periode van reeds-verworven blaasbeheersing. De enuresis kan al dan niet samengaan met een uitgebreidere emotionele stoornis of gedragsstoornis. | Neventerm: | enuresis (primai ...[+++]

Définition: Trouble caractérisé par une miction involontaire, diurne et nocturne, anormale compte tenu de l'âge mental de l'enfant et qui n'est pas lié à un trouble du contrôle vésical d'origine neurologique, à des crises épileptiques, ou à une anomalie organique de l'arbre urinaire. L'énurésie peut exister, de façon continue, depuis la naissance ou être précédée d'une période de contrôle de la fonction vésicale. Elle peut s'accompagner d'un trouble plus global des émotions ou du comportement. | Enurésie:fonctionnelle | (primaire) (secondaire) d'origine non organique | psychogène | Incontinence urinaire d'origine non organique


reeds bestaande diabetes mellitus type 2

diabète sucré de type 2 préexistant


reeds verkregen en dadelijk belang

intérêt né et actuel


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Terwijl vroeger steeds aanvaard werd dat artikel 6 enkel van toepassing was op vonnisgerechten, is dit onlangs in een aantal arresten genuanceerd, waarbij het Europees Hof voor de rechten van de mens stelde dat bepaalde waarborgen van artikel 6, § 3, EVRM reeds vóór de kennisneming van het vonnisgerecht van toepassing zijn.

S'il avait toujours été accepté précédemment que l'article 6 s'appliquait uniquement aux juridictions de jugement, plusieurs arrêts ont récemment nuancé cette position; la Cour européenne des droits de l'homme a stipulé que certaines garanties de l'article 6, § 3, de la C.E.D.H. sont déjà d'application avant la saisine de la juridiction de jugement.


Terwijl vroeger steeds aanvaard werd dat artikel 6 enkel van toepassing was op vonnisgerechten, is dit onlangs in een aantal arresten genuanceerd, waarbij het Europees Hof voor de rechten van de mens stelde dat bepaalde waarborgen van artikel 6, § 3, EVRM reeds vóór de kennisneming van het vonnisgerecht van toepassing zijn.

S'il avait toujours été accepté précédemment que l'article 6 s'appliquait uniquement aux juridictions de jugement, plusieurs arrêts ont récemment nuancé cette position; la Cour européenne des droits de l'homme a stipulé que certaines garanties de l'article 6, § 3, de la C.E.D.H. sont déjà d'application avant la saisine de la juridiction de jugement.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces uit artikel 6 EVRM en met het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging, in zoverre dit artike ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 12 mai 2015 en cause de S. V. D. et E.P. contre A.L., G.G. et D.V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 juin 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 235bis, § 6, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec le droit à un procès équitable consa ...[+++]


53. Zo heeft het Hof geoordeeld dat ook al waarborgt het EVRM het recht van een buitenlander om een bepaald land binnen te komen of er te verblijven niet als een grondrecht, het uitsluiten van een persoon uit een land waar zijn naaste verwanten wonen, een inmenging kan zijn in het recht op eerbiediging van het gezinsleven zoals dit wordt beschermd door artikel 8, lid 1, EVRM (reeds aangehaalde arresten Carpenter, punt 42, en Akrich, punt 59) » (HvJ, 27 juni 2006, C-540/03, Parlement/Raad).

53. Ainsi, la Cour a jugé que, même si la CEDH ne garantit pas comme un droit fondamental celui, pour un étranger, d'entrer ou de résider sur le territoire d'un pays déterminé, exclure une personne d'un pays où vivent ses parents proches peut constituer une ingérence dans le droit au respect de la vie familiale tel que protégé par l'article 8, paragraphe 1, de cette convention (arrêts précités Carpenter, point 42, et Akrich, point 59) » (CJUE, 27 juin 2006, C-540/03, Parlement/Conseil).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 12 mei 2015 in zake Serge Van Damme en Elsje Putteman tegen Arseen Lapauw, Godelieve Geerardijn en Dominique Verhaeghe, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces uit artikel 6 EVRM en met het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging, in zoverre dit artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering er sinds de wijziging ervan door de wet van 14 december 2012 in voorziet dat de kamer van inbes ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 12 mai 2015 en cause de Serge Van Damme et Elsje Putteman contre Arseen Lapauw, Godelieve Geerardijn et Dominique Verhaeghe, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 juin 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 235bis, § 6, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec le droit à un procès équitable consacré par l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec le principe général relatif aux droits de la défense, en ce que cet article 235bis, § 6, du Code d'instruction criminelle prévoit, depuis sa modification par la l ...[+++]


4. Namens de MR-fractie verklaart de heer Philippe Monfils evenmin voorstander te zijn van het voorgestelde artikel 32 bis. De uitsluitende vermelding van het EVRM, de samenhang van de door het EVRM gewaarborgde rechten en vrijheden met die welke reeds in titel II van de Grondwet zijn verankerd, het probleem van de toekomstige wijzigingen van het EVRM en de nieuwe Aanvullende Protocollen, en de breuk met het door het Smeerkaasarrest ingevoerde algemeen beginsel van grondwettelijk recht vormen daartoe de motivering.

4. Au nom du groupe MR, M. Philippe Monfils déclare ne pas être partisan non plus de l'article 32bis proposé. Il justifie cette position par la mention de la seule CEDH, la coexistence des droits et libertés garantis par la CEDH et de ceux déjà ancrés dans le titre II de la Constitution, le problème des modifications futures de la CEDH et des nouveaux protocoles additionnels ainsi que la rupture avec le principe général de droit constitutionnel instauré par l'arrêt « Franco-Suisse Le Ski ».


Deze bepaling komt niet uit de akkoorden maar stond reeds in het verdrag van 1987 en is een verwijzing naar artikel 2bis van de Belgische uitleveringswet. Dit artikel bevat een opsomming van weigeringsgronden voor uitlevering, namelijk een non-discriminatieclausule, het artikel 3 van het EVRM betreffende foltering, vernederende behandeling en bestraffing en ook de verwijzing naar artikel 6 van het EVRM wanneer betrokkene geen eerlijk proces zou kunnen krijgen.

Cette disposition n'est pas tirée des accords mais figurait déjà dans la Convention de 1987 et renvoie à l'article 2bis de la loi belge sur les extraditions, lequel énumère les motifs pour lesquels une extradition peut être refusée, en faisant référence à une clause de non-discrimination, à l'article 3 de la CEDH concernant la torture, et les peines ou traitements dégradants, ainsi qu'à l'article 6 de la CEDH concernant le droit à un procès équitable.


Daarenboven heeft het EHRM reeds geoordeeld dat een bewijs verkregen in strijd met artikel 8 EVRM niet automatisch leidt tot een schending van artikel 6 EVRM.

De plus, la Cour européenne des droits de l'homme a déjà jugé que l'obtention d'une preuve en violation de l'article 8 de la CEDH n'entraînait pas automatiquement une violation de l'article 6 de cette Convention.


2. Schendt art. 318, § 1, BW, artikel 22 van de Grondwet, eventueel samen gelezen met art. 8 EVRM, doordat de vordering tot betwisting van vaderschap niet kan worden toegelaten als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot [van zijn] moeder, in zoverre de kinderen reeds minderjarig [lees : meerderjarig] zijn, de wettelijke vader overleden is, de biologisch beweerde vader overleden is, de nalatenschap van de wettelijke vader reeds werd vereffend en de kinderen hun aandeel hebben genomen in de nalatenschap van hun wettelijke vader ?

2. L'article 318, § 1, du Code civil viole-t-il l'article 22 de la Constitution, éventuellement combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité ne peut être autorisée lorsque l'enfant a la possession d'état à l'égard du mari de sa mère, dans la mesure où les enfants sont déjà mineurs [lire : majeurs], où le père légal est décédé, où le prétendu père biologique est décédé, où la succession du père légal a déjà été liquidée et où les enfants ont pris leur part dans la succession du père légal ?


2. Schendt art. 318, § 1, BW, artikel 22 van de Grondwet, eventueel samen gelezen met art. 8 EVRM, doordat de vordering tot betwisting van vaderschap niet kan worden toegelaten als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot [van zijn] moeder, in zoverre de kinderen reeds minderjarig [lees : meerderjarig] zijn, de wettelijke vader overleden is, de biologisch beweerde vader overleden is, de nalatenschap van de wettelijke vader reeds werd vereffend en de kinderen hun aandeel hebben genomen in de nalatenschap van hun wettelijke vader ?

2. L'article 318, § 1, du Code civil viole-t-il l'article 22 de la Constitution, éventuellement combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité ne peut être autorisée lorsque l'enfant a la possession d'état à l'égard du mari de sa mère, dans la mesure où les enfants sont déjà mineurs [lire : majeurs], où le père légal est décédé, où le prétendu père biologique est décédé, où la succession du père légal a déjà été liquidée et où les enfants ont pris leur part dans la succession du père légal ?




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'evrm reeds' ->

Date index: 2023-11-16
w