Mevrouw Geerts c.s. dienen amendement nr. 6 in (stuk Senaat, nr. 3-1588/2), dat in punt F van de considerans, de woorden « do
ordat huisartsen en familieleden te weinig kennis hebben over het dementiesyndroom, zodat cognit
ieve problemen vaak worden toegeschreven aan het normale verouderingsproces en doordat de foutieve veronderstelling bestaat dat er toch geen behandeling kan ingesteld worden » vervangen door de woorden « do
ordat huisartsen en familieleden te weinig ...[+++] kennis hebben van het dementiesyndroom, zo worden cognitieve problemen vaak worden toegeschreven aan het normale verouderingsproces en bestaat de foutieve veronderstelling dat er toch geen behandeling kan ingesteld worden».Mme Geerts et consorts déposent l'amendement nº 6 (do c. Sénat, nº 3-1588/2), qui vise à remplacer, dans le texte néerlandais du point F des considérants, les mots « do
ordat huisartsen en familieleden te weinig kennis hebben over het dementiesyndroom, zodat cognit
ieve problemen vaak worden toegeschreven aan het normale verouderingsproces en doordat de foutieve veronderstelling bestaat dat er toch geen behandeling kan ingesteld worden », par les mots « do
ordat huisartsen en familieleden ...[+++] te weinig kennis hebben van het dementiesyndroom, zo worden cognitieve problemen vaak worden toegeschreven aan het normale verouderingsproces en bestaat de foutieve veronderstelling dat er toch geen behandeling kan ingesteld worden».