Op het ogenblik van de verwijzingsbeslissing, bepaalde artikel 330, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek : « Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene die het heeft erkend, kan de erkenning van het moederschap worden betwist voor de familierechtbank door de vader, het kind, de vrouw die het kind heeft erkend en de vrouw die het moederschap van het kind opeist.
Au moment de la décision de renvoi, l'article 330, § 1 , alinéa 1 , du Code civil disposait : « A moins que l'enfant ait la possession d'état à l'égard de celle qui l'a reconnu, la reconnaissance maternelle peut être contestée devant le tribunal de la famille par le père, l'enfant, l'auteur de la reconnaissance et la femme qui revendique la maternité.