Traduction de «februari 2001 ontslag » (Néerlandais → Français) :

- De heer Jacques D'Hooghe, die op 13 juni 1999 tot tweede opvolger van lijst nr. 8 voor het Nederlandse kiescollege is verkozen, en wiens geloofsbrieven als zodanig op 1 juli 1999 door de Senaat geldig zijn verklaard, komt in aanmerking om het mandaat te voltooien van de heer Reginal Moreels, die met ingang van 1 februari 2001 ontslag heeft genomen.
- M. Jacques D'Hooghe, élu le 13 juin 1999 deuxième suppléant de la liste n° 8 du Collège électoral néerlandais, et dont les pouvoirs ont été validés comme tels par le Sénat le 1 juillet 1999, vient en ordre utile pour achever le mandat de Monsieur Reginald Moreels, démissionnaire depuis le 1 février 2001.

- De heer Jan Steverlynck, die op 13 juni 1999 tot eerste opvolger van lijst nr. 8 voor het Nederlandse kiescollege is verkozen, en wiens geloofsbrieven als zodanig op 1 juli 1999 door de Senaat geldig zijn verklaard, komt in aanmerking om het mandaat te voltooien van de heer Jean-Luc Dehaene, die met ingang van 1 februari 2001 ontslag heeft genomen.
- M. Jan Steverlynck, élu le 13 juin 1999 premier suppléant de la liste n° 8 du Collège électoral néerlandais, et dont les pouvoirs ont été validés comme tels par le Sénat le 1 juillet 1999, vient en ordre utile pour achever le mandat de M. Jean-Luc Dehaene, démissionnaire depuis le 1 février 2001.

Gelet op de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, artikel 18, eerste en tweede lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 2009; Gelet op het koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag; Overwegende dat zeevissers en zeelieden ter koopvaardij niet meer kunnen worden uitgesloten van het koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag ingevolge artikel 4, 1, van de Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat de zeevarenden betreft; Overwegende dat in de Belgische reglementering moet worden gepreciseerd dat wanneer het plan voor collectief ontslag de leden van de bemanning van een zeeschip betreft, de werkgever daarvan kennis moet geven aan de bevoegde instantie van de staat waarvan het schip de vlag voert, ingevolge artikel 4, 2, van voormelde Richtlijn (EU) 2015/1794; Overwegende dat het koninklijk besluit van 24 mei 1976 hiervoor moet worden aangepast; Gelet op advies 59.040/1 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat de zeevarenden betreft.
Vu la loi du 14 février 1961 d'expansion économique, de progrès social et de redressement financier, l'article 18, premier et deuxième alinéas, modifié par la loi du 30 décembre 2009; Vu l'arrêté royal du 24 mai 1976 sur les licenciements collectifs; Considérant que les pêcheurs de mer et les marins de la marine marchande ne peuvent plus être exclus de l'arrêté royal du 24 mai 1976 sur les licenciements collectifs en raison de l'article 4, 1, de la Directive (UE) 2015/1794 du 6 octobre 2015 modifiant les Directives 2008/94/CE, 2009/38/CE et 2002/14/CE du Parlement européen et du Conseil, et les Directives 98/59/CE et 2001/23/CE du Conseil, en ce qui concerne les gens de mer; Considérant qu'il doit être précisé dans la réglementation belge que lorsqu'un plan de licenciement collectif concerne les membres d'équipage d'un navire de mer, l'employeur doit le notifier à l'instance compétente de l'Etat dont le navire bat pavillon, conformément à l'article 4, 2, de la Directive (UE) 2015/1794 précitée; Considérant que l'arrêté royal du 24 mai 1976 doit être adapté à ce sujet; Vu l'avis 59.040/1 du Conseil d'Etat, donné le 30 mars 2016, en application de l'article 84, § 1, alinéa 1, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Sur la proposition du Ministre de l'Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1. Le présent arrêté transpose partiellement la Directive (UE) 2015/1794 du 6 octobre 2015 modifiant les Directives 2008/94/CE, 2009/38/CE et 2002/14/CE du Parlement européen et du Conseil, et les Directives 98/59/CE et 2001/23/CE du Conseil, en ce qui concerne les gens de mer.

17 FEBRUARI 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 december 2014 tot benoeming van de voorzitter, ondervoorzitter en referendaris van de paritaire commissie van het niet-confessioneel vrij onderwijs voor sociale promotie De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, inzonderheid op artikel 94; Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 18 februari 1993 betreffende de paritaire commissies in het niet-confessioneel vrij onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 november 1998 en 8 november 2001; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 december 2014 tot benoeming van de voorzitter, ondervoorzitter en referendaris van de paritaire commissie van het niet-confessioneel vrij onderwijs voor sociale promotie; Overwegende dat de voorzitter en de ondervoorzitter van de paritaire commissie van het niet-confessioneel vrij onderwijs voor sociale promotie die respectievelijk tot het rustpensioen toegelaten wordt en haar ontslag heeft ingediend, vervangen moeten worden; Op de voordracht van de Minister van Onderwijs voor sociale promotie ;
17 FEVRIER 2016. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 décembre 2014 portant nomination des président, vice-président et référendaire de la commission paritaire de l'enseignement libre non confessionnel de promotion sociale Le Gouvernement de la Communauté française, Vu le décret du 1 février 1993 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement libre subventionné, notamment l'article 94 ; Vu l'arrêté de l'Exécutif de la Communauté française du 18 février 1993 relatif aux Commissions paritaires dans l'enseignement libre non confessionnel, modifié par les arrêtés du Gouvernement de la Communauté française des 23 novembre 1998 et 8 novembre 2001 ; Vu l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 décembre 2014 portant nomination des président, vice-président et référendaire de la Commission paritaire de l'Enseignement libre non confessionnel de promotion sociale; Considérant qu'il convient de remplacer le président et la vice-présidente de la Commission paritaire de l'enseignement libre non confessionnel de promotion sociale, respectivement admis à la retraite et démissionnaire ; Sur la proposition de la Ministre de l'Enseignement de Promotion sociale ;

Bij koninklijk besluit van 19 april 2001, wordt, op zijn aanvraag, met ingang van 15 februari 2001, ontslag uit zijn ambt verleend aan de heer Timmermans, P.E.A., adviseur van financiën.
Par arrêté royal du 19 avril 2001, démission de ses fonctions est accordée, à sa demande, à partir du 15 février 2001, à M. Timmermans, P.E.A., conseiller des finances.

Bij koninklijk besluit d.d. 17 juli 2000, wordt aan de heer Brousmiche, Amour, op zijn verzoek, met ingang van 1 februari 2001, ontslag verleend uit zijn ambt van hoofdpolitiecommissaris van de stad Charleroi (arrondissement Charleroi).
Par arrêté royal du 17 juillet 2000, la démission offerte par M. Brousmiche, Amour, de ses fonctions de commissaire de police en chef de la ville de Charleroi (arrondissement de Charleroi) est accepté à la date du 1 février 2001).

Bij koninklijk besluit van 21 september 2001, dat uitwerking heeft met ingang van 26 februari 2001, wordt aan de heer J. Lefebvre, wonende te 1070 Brussel, die op 26 februari 2001 de leeftijdsgrens voor de uitoefening van zijn ambt heeft bereikt, eervol ontslag verleend uit zijn ambt van rechter in sociale zaken, als zelfstandige, bij de arbeidsrechtbank te Brussel.
Par arrêté royal du 21 septembre 2001, qui produit ses effets le 26 février 2001, démission honorable de ses fonctions de juge social, au titre de travailleur indépendant, près le tribunal du travail de Bruxelles, est accordée à M. J. Lefebvre, domicilié à 1070 Bruxelles, qui a etteint la limite d'âge pour l'exercice de ses fonctions le 26 février 2001.

Bij koninklijk besluit van 20 februari 2001 wordt met ingang van 1 februari 2001, op eigen verzoek, eervol ontslag verleend aan de heer Patric Buggenhout uit zijn functies van adviseur-generaal.
Par arrêté royal du 20 février 2001, démission honorable de ses fonctions de conseiller général est accordée, à sa demande, à M. Patric Buggenhout, à partir du 1 février 2001.

In de plenaire vergadering van 8 februari 2001 heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers nota genomen van het ontslag, bij brief van 1 februari 2001 ingediend, van de heer Philip Berben, vast lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, die in deze hoedanigheid tijdens de plenaire vergadering van 18 januari 2001 werd benoemd om het mandaat van Mevr. D. Cailloux, ontslagnemend vast lid, te beëindigen.
En séance plénière du 8 février 2001, la Chambre des représentants a pris acte de la démission, introduite par lettre du 1 février 2001, de M. Philip Berben, membre effectif du Comité permanent de contrôle des services de police, qui avait été nommé en cette qualité au cours de la séance plénière du 18 janvier 2001 afin d'achever le mandat de Mme D. Cailloux, membre effectif démissionnaire.