Art. 120. Onverminderd de bevoegdheden die toevertrouwd worden aan de andere officieren of agenten van de gerechtelijke politie en aan de leden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie, kent de Vlaamse Regering de hoedanigheid van agent of officier van de gerechtelijke politie toe aan de beëdigde personeelsleden die ze aanwijst om toezicht te houden op de uitvoering van titel I, II, V en VIII, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 120. Sans préjudice des compétences confiées aux autres officiers ou agents de la police judiciaire et aux membres du cadre opérationnel de la police locale et fédérale, le Gouvernement flamand attribue la qualité d'agent ou d'officier de la police judiciaire aux membres du personnel assermentés qu'il désigne pour contrôler l'exécution des titres I, II, V et VIII et leurs arrêtés d'exécution.