(14) In dat verband volgt uit het Burgerlijk Wetboek dat de vaststelling van het overlijden door de ambtenaar van de burgerlijke stand moet voorafgaan aan de afgifte van het verlof tot teraardebestelling
of tot crematie (J. Robert, Lijkbezorging en begraafplaatsen, Oranjeboek, Vandenbroele, Brugge, losbladig, nr. 19) en dat de ambtenaar van de burgerlijke stand zich bijgevolg moet kunnen vergewissen van de d
adelijkheid van het feit (H. De Page, Traité élémentaire de droit civil belge, deel II, vol. I, Brussel, Bruylant, 1990, nr. 328,
...[+++] blz. 317).(14) Il résulte à cet égard du Code civil que la constatation du décès par l'offic
ier de l'état civil doit précéder la délivrance de l'autorisation d'inhumation
ou de crémation (J. Robert, Lijkbezorging en begraafplaatsen, Oranjeboek, Vandenbroele, Brugge, losbladig, no 19) et que l'officier de l'état civil doit, en conséquence, pouvoir s'assur
er de la réalité du fait (H. De Page, Traité élémentaire de droit civil belge, T. II, vol
...[+++]. I, Bruxelles, Bruylant, 1990, no 328, p. 317).