De geïntimeerde die geweigerd heeft de gevorderde rechten te betalen, acht zichzelf het slachtoffer van een discriminatie die, volgens de verwijzende rechter, zou bestaan tussen, enerzijds, « een gehuwde persoon, niet-eigenaar, die op het ogenblik van de verkrijging zou aantonen feitelijk gescheiden en vervolgens uit de echt gescheiden te zijn » en, anderzijds, « een niet-gehuwde persoon en niet-eigenaar ».
L'intimée, qui a refusé d'acquitter les droits réclamés, se considère comme victime d'une discrimination qui existerait, selon le juge a quo, entre, d'une part, « une personne mariée non propriétaire qui établirait, au moment de l'acquisition, une séparation de fait suivie d'un divorce » et, d'autre part, « une personne non mariée et non propriétaire ».