1. In afwijking van artikel 32 en onder de bij de leden 2 tot en met 4 gestelde voorwaarden moeten de lidstaten voor alle vennootschappen, of bepaalde categorieën van vennoot-schappen, toestaan of voorschrijven dat financiële instrumenten, met inbegrip van afgeleide financiële instrumenten, op basis van de waarde in het economisch verkeer worden gewaardeerd.
1. Par dérogation à l'article 32 et sous réserve des conditions fixées aux paragraphes 2 à 4 de cet article, les États membres autorisent ou prescrivent, pour toutes les sociétés ou toutes les catégories de sociétés, l'évaluation à leur juste valeur des instruments financiers, y compris les dérivés.