In zijn arrest van 17 december 2008 oordeelde het Hof van Cassatie dat artikel 29, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering enkel betrekking heeft op feiten die ter kennis worden gebracht van het parket door de fiscale ambtenaren, en niet op de informatie die de procureur des Konings bij de uitvoering van zijn algemene vervolgingsopdracht heeft gevraagd en verkregen ook al moet de fiscus zo doen blijken dat het om een ander fiscaal misdrijf gaat.
Dans son arrêt du 17 décembre 2008, la même cour a considéré que l'article 29, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle concerne uniquement les faits portés à la connaissance du parquet par les fonctionnaires fiscaux, et non les informations demandées et obtenues par le procureur du Roi dans l’exécution de sa mission générale de poursuite, bien que le fisc doive établir qu'il s'agit d'une autre infraction fiscale.