Teneinde deze ongrondwettelijkheid te verhelpen, heeft hoofdstuk II van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen, een nieuwe regeling ingevoerd waarbij de rechtbank van koophandel, op uitdrukkelijk verzoek, de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde, bevrijdt wanneer zij vaststelt dat hun verbintenissen niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium zijn.
Afin de remédier à cette inconstitutionnalité, le chapitre II de la loi du 20 juillet 2005 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales diverses, a instauré un nouveau régime qui permet au tribunal de commerce de décharger, sur demande expresse de celles-ci, les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli lorsque le tribunal constate que leurs obligations sont disproportionnées par rapport à leurs revenus et à leur patrimoine.