HOOFDSTUK 6. - Delegaties voor diverse aangelegenheden Art. 17. Het hoofd van het departement of agentschap heeft delegatie om beslissingen te nemen over: 1° de verwerving, de bouw, het beheer, de exploitatie, het onderhoud en de vervreem
ding van onroerende goederen en infrastructuren; 2° het verlenen van gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tegemoetkomingen met een gereglementeerd karakter; 3° de invordering en inning van belastingen, heffin
gen, retributies en niet-fiscale schuldvorderingen; 4° het verlenen
...[+++] en intrekken van vergunningen; 5° het verlenen en intrekken van erkenningen; 6° toezichts-, controle- en inspectietaken; 7° het verwerven, vervreemden en beheren van roerende domeingoederen. Wat de onroerende goederen en infrastructuren betreft die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, is de delegatie tot vervreemding, vermeld in het eerste lid, 1°, beperkt tot de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, voor zover die beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer.CHAPITRE 6. - Délégations pour matières diverses Art. 17. Le chef du département ou de l'agence a la délégation pour la prise de décisions sur : 1° l'acquisition, la construction, la gérance, l'exploitation, l'entretien et l'aliénation de biens immeubles et d'infrastructures ; 2° l'octroi de subventions réglementées et d'autres formes d'interventions financières à caractère réglementé ; 3° le recouvrement et la perception de taxes, redevances, rétributi
ons et créances non fiscales ; 4° l'octroi et le retrait de permis ; 5° l'octroi et le retrait d'agréments ; 6° les tâches
de surveillance, de ...[+++]contrôle et d'inspection ; 7° l'acquisition, l'aliénation et la gestion de biens domaniaux meubles ; En ce qui concerne les biens immeubles et infrastructures appartenant au domaine de la Communauté flamande ou de la Région flamande, la délégation d'aliénation visée à l'alinéa premier, 1°, se limite à la décision de modifier l'affectation ou à la désaffectation d'un immeuble, pour autant que cette décision soit notifiée sans tarder au Ministre flamand chargé de la politique générale en matière de gestion immobilière.