29. is van oordeel dat, overeenkomstig de verdragen en de ontwerpgrondwet, de fiscale soevereiniteit blijft voorbehouden aan de lidstaten, die de Unie echter toestemming kunnen geven om voor een beperkt tijdsbestek een bepaald gedeelte van een belasting zelf te gebruiken, zoals in de meeste lidstaten het geval is met betrekking tot de regionale of lokale autoriteiten; deze toestemming kan evenwel op ieder moment weer worden ingetrokken;
29. estime que, comme le prévoient les traités et le projet de Constitution, la souveraineté fiscale doit demeurer du ressort des États membres qui pourraient toutefois autoriser l'Union, pour une période limitée et révocable à tout instant, à bénéficier directement d'une certaine proportion des prélèvements fiscaux, comme c'est le cas dans la plupart des États membres à l'égard de leurs collectivités régionales ou locales;
