Om te bepalen of de deeltijdse werknemer recht heeft op deze inkomensgarantie-uitkering, wordt het nettoloon in de deeltijdse betrekking voor de beschouwde maand (brutoloon verminderd met de sociale bijdrage en de fiscale voorheffing) vergeleken met de werkloosheidsuitkering die de werkloze zou genoten hebben, mocht hij niet deeltijds gewerkt hebben, verhoogd met 5.200 frank voor een gezinshoofd, 3.120 frank voor een alleenstaande en 1.040 frank voor een samenwonende.
Pour déterminer si le travailleur à temps partiel a droit à cette allocation de garantie de revenus, on compare le salaire net à temps partiel pour un mois considéré (salaire brut moins cotisations de sécurité sociale et précompte professionnel) avec l'allocation de chômage que le chômeur aurait touchée s'il n'avait pas travaillé à temps partiel, augmentée de 5.200 francs pour un chef de famille, 3.120 francs pour un isolé et 1.040 francs pour un cohabitant.