Art. 3. De globale financiële bijdrage van het fonds voor bestaanszekerheid stemt overeen met 0,43 pct. van de algemene bijdrage die aan het fonds wordt gestort in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid », algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980.
Art. 3. La participation financière globale du fonds de sécurité d'existence correspond à 0,43 p.c. de la cotisation générale versée au fonds en application de la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au « Fonds de sécurité d'existence des ouvriers de la construction », rendue obligatoire par l'arrêté royal du 26 juin 1980.