Artikel 502, § 2, is duidelijk op dat vlak; de vordering kan enerzijds worden ingesteld te
gen reglementen die zouden neerkomen op een bevoegdheidsoverschrijding, strijdig zouden zijn
met de wetten of op onregelmatige wijze zouden zijn aangenomen; anderzijds betreft het vorderingen di
e een gevaar zouden vormen voor de eer van de Orde en voor de handhaving van de beginselen van waardigheid,
...[+++] rechtschapenheid en kiesheid.
Sur ce point, l'article 502, § 2, est clair : le recours peut être formé, d'une part, contre des règlements qui seraient entachés d'excès de pouvoir, seraient contraires aux lois ou auraient été irrégulièrement adoptés; il s'agirait, d'autre part, de recours contre des règlements qui mettraient en péril la sauvegarde de l'honneur de l'Ordre et le maintien des principes de dignité, de probité et de délicatesse.