- bij andere dieren: de beenderen van de kop, de poten, de staart (behalve staarten van runderen), de beenderen onder de voorknie en het spronggewricht (femur, tibia, fibula, humerus, radius en ulna), de wervelkolom van runderen, schapen en geiten
– pour les autres animaux: os de la tête, pieds, queue (à l’exception des queues de bovins), fémur, tibia, péroné, humérus, radius, cubitus, colonne vertébrale des bovins, ovins et caprins.