De grenzen van dergelijke functionele luchtruimblokken behoeven in gevallen waarin het grondgebied van lidstaten grenst aan dat van andere lidstaten van de EU niet samen te vallen met landsgrenzen of met de scheiding tussen het onderste en bovenste luchtruim..
Les limites de ces blocs d'espace aérien fonctionnels ne doivent pas nécessairement coïncider avec les frontières nationales, dans les cas où les États présentent une continuité territoriale avec des États membres de l'UE ou avec la limite entre les espaces aériens inférieur et supérieur.