26. De voorliggende wetsvoorstellen doen vragen rijzen van ethische, antropologische, symbolische, filosofische, sociologische, psychologische en andere aard, die fundamenteel en moeilijk op te lossen zijn, en waarbij bovendien de wetgever, zoals hierna uiteengezet zal worden (27) , geroepen is om een afweging te maken tussen wettige belangen, of zelfs fundamentele rechten die soms moeilijk met elkaar te verzoenen zijn.
26. Les propositions de loi à l'examen soulèvent des questions d'ordre éthique, anthropologique, symbolique, philosophique, sociologique, psychologique et autres, difficiles et fondamentales, qui en outre invitent le législateur, comme il sera exposé plus bas (27) , à mettre en balance la protection d'intérêts légitimes, voire de droits fondamentaux parfois difficilement conciliables.