25. verzoekt de lidstaten om met eerbiediging van de beginselen van de rechtsstaat de nodige maatregelen te nemen om een einde te maken aan de schendingen van de fundamentele mensenrechten waaraan bepaalde sekten zich schuldig maken, mede door te voorzien in de mogelijkheid om deze sekten te verbieden wanneer dit vanuit wettelijk en gerechtelijk oogpunt gerechtvaardigd is;
25. invite les États membres à prendre les mesures nécessaires, dans le respect des principes de l'État de droit, afin de combattre les atteintes aux droits fondamentaux des personnes dont se rendent coupables certaines sectes, y compris, si cela est juridiquement fondé et judiciairement justifié, en prévoyant leur interdiction;