Op verzoek van twaalf lidstaten (Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) diende de Commissie bij de Raad een voorstel[15] in houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van eenheidsoctrooibescherming.
À la demande de douze États membres (l'Allemagne, le Danemark, l'Estonie, la Finlande, la France, la Lituanie, le Luxembourg, les Pays-Bas, la Pologne, le Royaume-Uni, la Slovénie et la Suède), la Commission a présenté au Conseil une proposition[15] en vue d'autoriser une coopération renforcée dans le domaine de la création d'une protection par brevet unitaire.