I
k verwijs het geachte lid terzake naar het antwoord
van mijn collega en minister van Binnenlandse Zaken, aan wie deze vraag eveneens werd gesteld (Vraag nr. 40 van 12 oktober 1999, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 14, blz. 1489.) In de omzendbrief van 9 december 1998 met betrekking tot de draagwijdte van het arrest van het Arbitragehof van 22 april 1998 werd er reeds op gewezen dat de OCMW's het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen ofwel de Dienst Vreemdelingenzaken moeten aanspreken om kennis te n
...[+++]emen van het arrest van de Raad van State.
J'invite l'honorable membre à se référer en la matière à la réponse de mon collègue et ministre de l'Intérieur, auquel la présente question a également été posée (Question no 40 du 12 octobre 1999, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 14, p. 1489.) Dans la circulaire du 9 décembre 1998 relative à la portée de l'arrêt de la Cour d'arbitrage du 22 avril 1998, il a déjà été souligné que les CPAS doivent intervenir auprès du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides ou auprès de l'Office des étrangers pour prendre connaissance de l'arrêt rendu par le Conseil d'État.