Het is trouwens kenmerkend dat deze formulering verwant is met die welke gekozen werd voor artikel 12, eerste lid (« De vrijheid van de persoon is gewaarborgd». ) en artikel 19 van de Grondwet (« De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd». ) : het zijn bepalingen die van 1831 dateren.
Il est d'ailleurs symptomatique de constater que la formulation est très proche de celle retenue à l'article 12, alinéa 1 (« La liberté individuelle est garantie ») et à l'article 19 de la Constitution (« La liberté des cultes, celle de leur exercice public, ainsi que la liberté de manifester ses opinions en toute matière, sont garanties, sauf la répression des délits commis à l'occasion de l'usage de ces libertés »), c'est-à-dire pour des dispositions qui remontent à 1831.