De Koning erkent de centra voor morele dienstverlening van de provincie of het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en stelt het aantal en de gebiedsomschrijving ervan vast, op gezamenlijke voordracht van de Centrale Vrijzinnige Raad en de betrokken instelling, na advies van de bestendige deputatie van de provincieraad of van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te hebben ingewonnen.
Le Roi reconnaît les services d'assistance morale de la province ou de l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale et en fixe le nombre et le ressort territorial, sur proposition conjointe du Conseil central laïque et de l'établissement concerné, après avoir recueilli l'avis de la députation permanente du conseil provincial ou du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale.