Door te beslissen dat de in artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, beoogde categorieën van personen de aan de werknemers geboden bescherming genieten, is de federale wetgever dus uitgegaan van het bestaan van arbeidsprestaties in ruime zin, waarvoor hij in een gelijke bescherming heeft willen voorzien; hij heeft dus geen inbreuk gepleegd op de bevoegdheid van de gewesten inzake het leefmilieu.
En décidant que les catégories de personnes visées à l'article 2, § 1, alinéa 2, 1°, bénéficient de la protection accordée aux travailleurs, le législateur fédéral s'est donc fondé sur l'existence de prestations de travail au sens large, auxquelles il a voulu assurer une égale protection; il n'a donc pas empiété sur la compétence des régions en matière d'environnement.