Bij gebreke aan een verzekering, zijn de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen en de Regie der Gebouwen gehouden tegenover de benadeelden onder dezelfde voorwaarden als de verzekeraar overeenkomstig de grenzen van de waarborg zoals voorzien in de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst; op hen worden de nadere regels en voorwaarden inzake verzekering toegepast die de Koning heeft bepaald in uitvoering van dit artikel.
En l’absence d’assurance, l’État, les Régions, les Communautés et la Régie des Bâtiments sont tenus, à l’égard des personnes lésées, dans les mêmes conditions que l’assureur dans les limites de la garantie prévue dans la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre; leur sont notamment applicables les modalités et conditions de l’assurance prises par le Roi en exécution du présent article.