Elke lidstaat zorgt ervoor dat rechtspersonen op een in het nationale recht nader te bepalen wijze strafrechtelijk, of bij gebreke daarvan anderszins, aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de in artikel 2, lid 1, bedoelde strafbare feiten die zij hebben gepleegd.
Chaque État membre s'assure que les personnes morales peuvent être tenues pénalement ou, à défaut, autrement responsables des infractions relevant de l'article 2, paragraphe 1, commises par ladite personne morale, selon des modalités à définir dans son droit interne.