Het WCVMV heeft in april 1999 met een naargelang van het geval verschillende mate van zekerheid vastgesteld dat het gebruik van zes hormonen (17 beta-oestradiol, progesteron, testosteron, zeranol, trenbolonacetaat en melengestrolacetaat) ter bevordering van de groei een risico voor de consument inhoudt.
Le CSVSP a conclu en avril 1999 que l'utilisation de six substances hormonales (œstradiol 17 €ß, progestérone, testostérone, zéranol, acétate de trenbolone et de mélengestrol) en vue de stimuler la croissance du bétail crée un risque pour les consommateurs, le niveau des preuves concluantes différant selon la subtance hormonale.