Hoe is de « lopendeband »-rechtspraak die wij moeten wijzen in het kader van een jurisprudentie die op ieder moment door Straatsburg kan worden gecensureerd of door een grondwettelijke rechter nietig verklaard, te vergelijken met honderd of tweehonderd arresten die het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten uitspreekt en die als orakels worden beschouwd die door niemand in twijfel worden getrokken ?
Quel rapport y a-t-il entre la justice d'abattage que nous sommes amenés à rendre, dans le cadre d'une jurisprudence qui peut, à tout moment, être censurée à Strasbourg ou invalidée par le juge constitutionnel, et les cent ou deux cents arrêts rendus par la Cour suprême des États-Unis comme autant d'oracles que nul ne met en cause ?