Indien de via routinebewaking overeenkomstig artikel 4 verzamelde gegevens ontoereikend zijn, kunnen door de Commissie gecoördineerde bewakingsprogramma’s worden vastgesteld voor een of meer zoönoses en/of zoönoseverwekkers. De gecoördineerde bewakingsprogramma’s kunnen vooral worden vastgesteld wanneer een specifieke behoefte aan een risico-evaluatie is geconstateerd of wanneer op het niveau van de lidstaten of van de Gemeenschap referentiewaarden met betrekking tot zoönoses of zoönoseverwekkers moeten worden vastgesteld.
Si les informations recueillies dans le cadre de la surveillance de routine prévue à l'article 4 ne sont pas suffisantes, des programmes coordonnés de surveillance pour une ou plusieurs zoonoses et/ou un ou plusieurs agents zoonotiques peuvent être établis par la Commission, spécialement lorsque des besoins spécifiques sont constatés, afin d'évaluer un risque ou de définir, à l'échelon des États membres ou de la Communauté, des valeurs de référence se rapportant aux zoonoses ou aux agents zoonotiques.