Die evolutie vormt voor België een wel zeer grote handicap in vergelijking met een groep van referentielanden (de drie landen waaraan onze loonhandicap wordt getoetst : Duitsland, Frankrijk en Nederland), alsook in vergelijking met een groep van vier landen van een vergelijkbare grootte : Oostenrijk, Denemarken, Zweden en Finland). Ondanks de eventuele verschillen qua productiestructuur, springt België er met name uit doordat de intermediaire invoer het grootste aandeel heeft binnen de gecumuleerde productiekosten.
Cette évolution est d'autant plus handicapante pour la Belgique que, par rapport à un panier de pays de référence (les trois pays par rapport auxquels le handicap salarial est mesuré: l'Allemagne, la France et les Pays-Bas, ainsi que quatre pays de taille similaire: l'Autriche, le Danemark, la Suède et la Finlande), et nonobstant les éventuelles différences en termes de structure de production, la Belgique se démarque par la contribution la plus élevée des importations intermédiaires au coût cumulé de production.