2. De lidstaten mogen bestaande bilaterale overeenkomsten inzake de administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen hun bevoegde instanties bij de toepassing en monitoring van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers toepassen en nieuwe overeenkomsten afsluiten, op voorwaarde dat deze overeenkomsten de rechten en verplichtingen van de betrokken werknemers en bedrijven niet negatief beïnvloeden.
2. Les États membres sont libres d'appliquer les accords bilatéraux de coopération administrative et d'assistance mutuelle existants entre leurs autorités compétentes en ce qui concerne l’application et la surveillance des conditions de travail et d'emploi applicables aux travailleurs détachés visées à l'article 3 de la directive 96/71/CE, et d'en conclure de nouveaux, pour autant que ces accords ne portent pas atteinte aux droits et obligations des travailleurs et des entreprises concernées.