Het personeelslid
dat de leeftijd van vijftig jaar bereikt heeft, kan kiezen voor de vierdagenweek bedoeld in § 1 tot de datum van de al dan niet vervroegde inrustestelling, wanneer het lid op de begindatum van dit verlof aan één van de volgende voorwaarden voldoet : 1° een dienstanciënniteit van ten minste achtentwintig jaar hebben; 2° voorafgaand aan de vierdagenweek actief zijn geweest
in een zwaar beroep gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande tien jaar of gedurende
minstens zeven
...[+++] jaar in de daaraan voorafgaande vijftien jaar.
Le membre du personnel qui a atteint l'âge de cinquante ans peut faire usage du régime de la semaine de quatre jours visé au § 1 jusqu'à la date de sa retraite anticipée ou non, lorsqu'il satisfait, à la date de début de ce congé, à l'une des conditions suivantes : 1° avoir une ancienneté de service d'au moins vingt-huit ans; 2° antérieurement au régime de la semaine de quatre jours, avoir effectué un métier lourd pendant au moins cinq ans durant les dix années précédentes ou pendant au moins sept ans durant les quinze années précédentes.