In zoverre uit de in het geding zijnde bepaling in de daaraan door de Belgische Staat gegeven interpretatie volgt dat enkel de « als benoemingsvoorwaarde vereiste ervaring » in aanmerking kan worden genomen, rijst volgens hem de vraag of dit discriminerend is voor de eerder benoemde magistraten, voor wie die ervaring geen benoemingsvoorwaarde was maar wel een belangrijke, zo niet determinerende, factor bij de benoeming.
Dans la mesure où il découle de la disposition en cause, dans l'interprétation qu'en fait l'Etat belge, que seule l'« expérience requise en tant que condition de nomination » peut être prise en considération, la question se pose, selon lui, de savoir si cette situation est discriminatoire pour les magistrats précités, pour lesquels cette expérience ne constituait pas une condition de nomination mais bien un facteur important, voire déterminant, pour la nomination.