Overwegende dat krachtens Verorde
ning nr. 141 van de Raad (3) Verordening nr. 17 van de Raad (4) niet wordt toegepast op het vervoer, terwijl Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad (5) slechts van toepassing is op het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren; dat de Commissie op het og
enblik dan ook over geen enkel middel beschikt om rechtstreeks een onderzoek in te stellen naar gevallen van vermoedelijke inbreuk op de artikelen 85 en 86 in de sector van het zeevervoe
r; dat zi ...[+++]j evenmin beschikt over de bevoegdheden tot het geven van beschikkingen en het opleggen van sancties welke nodig zijn om zelf de door haar vastgestelde inbreuken te doen beëindigen;
considérant que, en vertu du règlement no 141 du Conseil (3), le règlement no 17 du Conseil (4) n'est pas applicable aux transports; que le règlement (CEE) no 1017/68 du Conseil (5) n'est applicable qu'aux transports terrestres; que, dès lors, la Commission ne dispose pas actuellement des moyens d'instruire directement les cas d'infraction présumée prévus aux articles 85 et 86 dans le secteur des transports maritimes; qu'elle ne dispose pas non plus des pouvoirs propres de décision et de sanction nécessaires pour assurer elle-même l'élimination des infractions qu'elle constate;