34. constateert dat het standpunt van OLAF een onhoudbare bewering gebleken is, wat de Ombudsman er in juni 2003 toe bewoog om de volgende aanbeveling te doen: "OLAF zou moeten overwegen de gepubliceerde omkoopverwi
jten, die beschouwd zouden kunnen worden als zijnde gericht tegen de indiener van de klacht, in te trekken"; betreurt het dat OLAF a
an deze aanbeveling geen gevolg heeft gegeven, maar de verdenking dat er van omkoping sprake is, in een persbericht van 30 september 2003 heeft herhaald en slechts heeft v
...[+++]erklaard dat er "tot dusverre" geen bewijzen voorhanden zijn dat geld werd betaald;
34. constate que la position de l'OLAF s'est révélée être intenable, au point que le médiateur européen a été contraint, en juin 2003, de procéder à la recommandation suivante: "L'OLAF devrait envisager de retirer les allégations de corruption qui ont été rendues publiques et qui étaient susceptibles d'être comprises comme visant le plaignant"; déplore que, loin de donner suite à cette recommandation, l'OLAF ait redit, dans un communiqué de presse en date du 30 septembre 2003, qu'il y avait soupçon de corruption, et se soit borné à déclarer que, "jusqu'ici", on ne disposait d'aucun élément prouvant qu'un versement aurait été effectué;