Ter staving van zijn argument verwijst het BPI naar de rechtspraak van het Hof waarin werd geoordeeld dat een maatregel die een vrijstelling van de toepassing van het algemene belastingstelstel van een lidstaat toekent, niet selectief is en derhalve geen steun inhoudt, ook wanneer een onderneming wordt begunstigd, in zoverre de betrokken maatregel „rechtstreeks uit de basis- of hoofdbeginselen van [het betreffende] belastingstelsel voortvloeit” (21).
À l'appui de cet argument, la BPI renvoie à la jurisprudence de la Cour de justice selon laquelle une mesure accordant une exemption de l'application du système fiscal général d'un État membre n'est pas sélective et ne constitue donc pas une aide d'État, même si une entreprise bénéficie d'un avantage, pour autant que ladite mesure «résulte directement des principes fondateurs ou directeurs [dudit] système fiscal» (21).