6. bestempelt haatuitingen en opruiing in de openbare ruimte als contraproductief voor het vredesproces in het Midden-Oosten en als strijdig met het EU-beginsel van de bevordering van een cultuur van vrede; vraagt dat de Palestijnse autoriteit erkent dat Israël een legitiem bestaansrecht heeft als het thuisland van het joodse volk; vraagt dat de Palestijnse autoriteit afziet van geweld, eerdere overeenkomsten naleeft en zich bereid toont tot samenwerking met betrekking tot de wederopbouw van Gaza; doet nogmaals een beroep op de Palestijnse Autoriteit om op constructieve wijze gebruik te maken van h
aar VN-status en om geen unilaterale stappen te ondernemen waard ...[+++]oor nog verder zou worden afgeweken van de weg naar een oplossing door onderhandelingen; 6. dénonce les propos haineux et les incitations à la haine dans la sphère publique, qui vont à l’encontre du processus de paix au Proche-Orient et des valeurs de l’Union européenne visant à favoriser une culture de la paix; invite l’Autorité palestinienne à reconnaître le droit légitime d’Israël d'exister en tant que patrie du peuple juif; demande à l’Autorité palestinienne d'oeuvrer pour la non-violence, de respecter les accords antérieurs et de faciliter la coopération dans la reconstruction de
Gaza; renouvelle l’appel aux dirigeants palestiniens pour qu'ils fassent usage de manière constructive du statut de la Palestine aux Nation
...[+++]s unies et ne prennent pas de mesures unilatérales qui éloigne la perspective d’une solution négociée;