Art. 3. De tachograaf moet niet geïnstalleerd zijn of moet, wanneer deze geïnstalleerd is, niet gebruikt worden in : - voertuigen die geen wegvervoer verrichten in de zin van artikel 2 van Verordening 561/2006; - voertuigen bedoeld in artikel 3 van Verordening 561/2006; - voertuigen bedoeld in artikel 40; - voertuigen bedoeld in artikel 2, lid 2 van de AETR.
Art. 3. Le tachygraphe ne doit pas être installé ou, s'il est installé, ne doit pas être utilisé dans : - les véhicules qui ne sont pas utilisés pour les transports visés à l'article 2 du Règlement 561/2006; - les véhicules visés à l'article 3 du Règlement 561/2006; - les véhicules visés à l'article 40; - les véhicules visés à l'article 2, paragraphe 2 de l'AETR.
