Volgens de verzoekster heeft de bestreden bepaling tot gevolg dat de verjaringstermijn tot maximum twaalf jaar kan worden verlengd, terwijl de wetgever zelf heeft erkend dat een periode van tien jaar voldoende moest zijn : hij heeft geenszins doen gelden dat de periode van tweemaal vijf jaar op zich niet lang genoeg was, en heeft duidelijk gepreciseerd dat hij een incompetent parket te hulp kwam.
Selon la requérante, la disposition attaquée a pour effet d'allonger la période de prescription à un maximum possible de douze années, alors que le législateur a reconnu lui-même qu'une période de dix ans devait être suffisante : il n'a nullement fait valoir que la période de deux fois cinq ans était intrinsèquement insuffisante et a clairement précisé qu'il venait au secours d'un parquet incompétent.