Zonder dat moet worden nagegaan in welke mate de jurisdictionele waarborgen die in strafzaken zijn verankerd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens van toepassing zouden kunnen zijn op de bestreden belasting, die om de in B.19 uiteengezette redenen geen maatregel van strafrechtelijke aard is, stelt het Hof vast dat aan de personen die de belasting op aan een terugnameplicht onderworpen afval verschuldigd zijn, geenszins een daadwerkelijk beroep voor een rechter met volle rechtsmacht wordt ontzegd.
Sans qu'il soit besoin d'examiner dans quelle mesure les garanties juridictionnelles consacrées en matière pénale par l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme pourraient s'appliquer à la taxe attaquée qui, pour les raisons exposées en B.19, ne constitue pas une mesure de nature pénale, la Cour constate que les redevables de la taxe sur les déchets soumis à une obligation de reprise ne sont aucunement privés d'un recours effectif devant un juge exerçant un contrôle de pleine juridiction.