Het tweede middel, gericht tegen de artikelen 39, § 3, en 40 van de Wet betreffende de internering, is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5.4 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bestreden bepalingen, die voorschrijven dat de adviezen van de directeur en van het openbaar ministerie in afschrift worden meegedeeld aan de geïnterneerde, en niet
aan zijn raadsman, zouden voorbijgaan aan de bijzondere aard van de vr
ijheidsberoving van geesteszieken, die vaak niet voor ...[+++] zichzelf kunnen optreden.
Le deuxième moyen, dirigé contre les articles 39, § 3, et 40 de la loi relative à l'internement, est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 5.4 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que les dispositions attaquées, qui prescrivent qu'une copie des avis du directeur et du ministère public est communiquée à l'interné, et non à son conseil, ne tiendraient pas compte de la nature particulière de la privation de liberté des malades mentaux, qui, souvent, ne peuvent agir pour eux-mêmes.