Daarenboven kan de rechtbank van koophandel die het faillissement van de handelsvennootschap heeft uitgesproken, of de rechtbank van koophandel te Brussel wanneer het in het buitenland is uitgesproken, in
dien blijkt dat een kennelijke grove fout van een van de personen, krachtens § 1 g
elijkgesteld met de gefailleerde, heeft bijgedragen tot het faillissement, aan deze persoon bij een met redenen omkleed vonnis het verbod opleggen om persoonlijk of door een tussenpersoon, enige taak van beheerde
...[+++]r, zaakvoerder of commissaris uit te oefenen in een handelsvennootschap of een vennootschap die de rechtsvorm van een handelsvennootschap heeft aangenomen, om enige taak uit te oefenen die de bevoegdheid inhoudt om zodanige vennootschap rechtsgeldig te verbinden en om het beheer van een Belgisch filiaal waar te nemen, zoals bepaald in artikel 198, tweede lid, van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935.En outre, pour les personnes assimilées au failli en vertu du § 1, le tribunal de commer
ce qui a déclaré la faillite de la société commerciale ou, si celle-ci a été déclarée à l'étranger, le tribunal de commerce de Bruxelles, peut, s'il est
établi qu'une faute grave et caractérisée de l'une de ces personnes a contribué à la faillite, interdire, par un jugement motivé, à cette personne d'exercer personnellement ou par interposition de personne, toutes fonctions d'administrateur, de gérant ou de commissaire dans une société commerciale
...[+++]ou à forme commerciale, toutes fonctions conférant le pouvoir d'engager de telles sociétés ainsi que toutes fonctions de préposé à la gestion d'un établissement belge, prévue par l'article 198, alinéa 2 des lois coordonnées sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935.