In zijn advies
40.175/2 dat heden gegeven is over het wetsontwerp « tot wijziging van artikel 505 van het Strafwetboek en van artikel 35 van het Wetboek van strafvordering in verband met de in geval van heling toepasselijke verbeurdverklaring » (2) goedgekeurd door de Kamer en geëvoce
erd door de Senaat, heeft de Raad van State de noodzaak onderstreept, als het de bedoeling van de wetgever is een voortdurend misdrijf te maken van heling in de zin van artikel 505, eerste lid, 2º, van het Strafwetboek, om voor heling
...[+++] in de zin van artikel 505, eerste lid, 1º, van het Strafwetboek dezelfde regeling te hanteren omdat het quasi onmogelijk is de twee strafbare feiten van elkaar te onderscheiden (opmerkingen over artikel 2, 1º tot 3º).
Dans son avis 40.175/2 donné ce jour sur le projet de loi « modifiant l'article 505 du Code pénal et l'article 35 du Code d'instruction criminelle à propos de la confiscation applicable en cas de recèlement » (2) , adopté par la Chambre et évoqué par le Sénat, le Conseil d'État a souligné que si le législateur veut faire du recèlement visé à l'article 505, alinéa 1 , 2º, du Code pénal, un délit continu, il était souhaitable d'adopter une solution identique pour le recel visé à l'article 505, alinéa 1 , 1º, du Code pénal, eu égard à la quasi impossibilité de distinguer les deux infractions (observations sur l'article 2, 1º à 3º).