Art. 3. § 1. Voor de toepassing van artikel 14, vierde lid, van de wet van 30 november 1998, wanneer de inlichtingen- en veiligheidsdiensten kunnen beschikken over rechtstreekse toegang tot een gegevensbank van de openbare sector die persoonsgegevens bevat, houdt het betrokken diensthoofd permanent de nominatieve lijst van de personen die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot de gegevensbank ter beschikking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, met vermelding van hun titel en hun functie.
Art. 3. § 1. Pour l'application de l'article 14, alinéa 4, de la loi du 30 novembre 1998, lorsque les services de renseignement et de sécurité peuvent disposer d'un accès direct à une banque de données du secteur public contenant des données à caractère personnel, le dirigeant du service concerné tient en permanence à la disposition de la Commission de la protection de la vie privée la liste nominative des personnes habilitées à accéder à la banque de données, avec indication de leur titre et de leur fonction.