De aangestelde voor de gegevensbescherming moet erop toezien dat de verwerkingen van de gegevens plaatsvinden conform de wet van 8 december 1992, en in het bijzonder dat zij de doeleinden beogen omschreven in artikel 6, § 1, 1° en 3°, van de wet, alsmede dat de gegevens uitgaande van die doeleinden, toereikend, terzake dienend en niet overmatig mogen zijn.
Le préposé à la protection des données doit veiller à ce que les traitements de données soient effectués conformément à la loi du 8 décembre 1992, et en particulier à ce qu'ils poursuivent les finalités décrites à l'article 6, § 1, 1° et 3° de la loi et que les données soient adéquates, pertinentes et non excessives par rapport à ces finalités.