12. wijst erop dat de betrokkenheid van de ontwikkelingslanden in het gehele Kyoto-proces van vitaal belang is en dat moet worden overwogen de technologische samenwerking te vergemakkelijken, en wil in dit verband benadrukken dat een schoon ontwikkelingsmechanisme (Clean Development Mechanism – CDM) geen vervanging kan zijn voor binnenlandse maatregelen in de industrielanden en dat investeringen in maatregelen voor efficiency en hernieuwbare energie de prioriteit moeten krijgen;
12. fait observer que la participation des pays en développement à l’ensemble du processus de Kyoto est essentielle, et qu’il convient d’étudier les moyens propres à faciliter la coopération technologique dans le contexte de l’aide au développement; souligne, à cet égard, qu’un mécanisme de développement propre ne saurait remplacer une action sur le plan intérieur des pays industrialisés et que les investissements concernant les mesures d’amélioration de l’efficacité et les énergies renouvelables doivent être prioritaires;