Vertaling van "gehele zittingsperiode 1999-2003 " (Nederlands → Frans) :

(55) Tijdens de gehele zittingsperiode 1999-2003 diende de regering 266 optioneel bicamerale ontwerpen in.
(55) Sur l'ensemble de la législature 1999-2003, le gouvernement a déposé 266 projets facultativement bicaméraux.

Dat is wat anders dan de zowat 2 900 parlementaire vragen die hij in de zittingsperiode 1999-2003 heeft gekregen en de ongeveer 3 500 andere sinds de aanvang van deze zittingsperiode.
Cela tranche avec les quelques 2 900 questions parlementaires qu'il a reçues lors de la législature 1999-2003, et les quelques 3 500 autres depuis le début de cette législature-ci.

Tijdens de zittingsperiode 1999-2003 is in de Grondwet een nieuw artikel 22bis ingevoegd, dat ertoe strekt elk kind het recht op morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit te verzekeren.
Sous la législature 1999-2003, un nouvel article 22bis visant à garantir à chaque enfant le droit au respect de son intégrité morale, physique, psychique et sexuelle a été inséré dans la Constitution.

Dan zouden echter dezelfde problemen rijzen als in de zittingsperiode 1999-2003, toen men heeft getracht een artikel 32bis in de Grondwet in te voegen dat tot doel had via een eenvoudige verwijzing het EVRM in de Grondwet te incorporeren (114). Dit lijkt ons dan ook geen goede oplossing.
Ce procédé soulèverait cependant des objections du même ordre que celles qui avaient été levées, sous la législature 1999-2003, à l'encontre du projet — avorté — d'article 32bis de la Constitution, dont l'objet était de « constitutionnaliser », par renvoi, la Convention européenne des droits de l'homme (114) : aussi ce procédé ne nous paraît-il pas recommandable.

7 MEI 2015. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende overdracht van gemeentewegen van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek aan het gewestelijk wegennet De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 4; Gelet op artikel 274 van de Nieuwe Gemeentewet, gewijzigd bij artikel 34 van de Ordonnantie van 17 juli 2003; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende organisatie van een uitwisseling van wegen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Sint-Jans-Molenbeek; Gelet op de beslissing van de Brusselse Regering van 15 mei 2003 tot goedkeuring van het principe van de overdracht aan het Gewest van het gedeelte van de Vrijheidslaan gelegen op het grondgebied van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek; Gelet op het advies van de Gemeenteraad van Sint-Jans-Molenbeek van 26 februari 2014 betreffende de overdracht van de in artikel 1 van dit besluit bedoelde wegen; Overwegende dat de Joseph Baecklaan en de Brigade Pironlaan in het gemeentelijk Mobiliteitsplan en in het Iris II Plan als interwijkwegen gedefinieerd worden; Overwegende dat het gedeelte van de Vrijheidslaan gelegen op het grondgebied van de gemeente Koekelberg, reeds een gewestweg is; Overwegende dat de Hertogin van Brabantplaats door de Ninoofse- Steenweg (gewestweg) wordt gedwarst en het wenselijk is dat de gehele ruimte wordt beheerd door één enkele beheerder; Overwegende dat de aan het gewestelijk wegennet over te dragen wegen een algemeen belang hebben; Op voorstel van de Minister belast met Mobiliteit en Openbare Werken,
7 MAI 2015. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant transfert de voiries communales dans la voirie régionale pour la commune de Molenbeek-Saint-Jean Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, notamment l'article 4; Vu l'article 274 de la Nouvelle Loi Communale, modifiée par l'article 34 de l'Ordonnance du 17 juillet 2003; Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 mai 1999 organisant un échange de voiries entre la Région de Bruxelles-Capitale et la Commune de Molenbeek-Saint-Jean; Vu la décision du Gouvernement bruxellois du 15 mai 2003 approuvant le principe de transfert à la Région de l'avenue de la Liberté, tronçon situé sur la Commune de Molenbeek-Saint-Jean; Vu l'avis du Conseil Communal de Molenbeek-Saint-Jean du 26 février 2014 approuvant le transfert des voiries visées à l'article 1 du présent arrêté; Considérant que les avenues Joseph Baeck et Brigade Piron sont définies comme voies inter-quartiers par le Plan communal de Mobilité et par le Plan Iris II; Considérant que l'avenue de la Liberté située sur le territoire de la Commune de Koekelberg est déjà régionale; Considérant que la place de la Duchesse de Brabant est traversée par la chaussée de Ninove (régionale) et qu'il est souhaitable que l'ensemble de l'espace soit géré par un gestionnaire unique; Considérant que les voiries à transférer dans la grande voirie régionale revêtent un caractère d'intérêt général; Sur la proposition du Ministre chargé de la Mobilité et des Travaux publics,

De collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1984, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de vermindering van de arbeidsduur in de ondernemingen der marmergroeven en -zagerijen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 september 1984, verlengd geworden tot 31 december 1986 bij collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1986, tot 31 december 1988 bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1987, tot 31 december 1990 bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1989, tot 31 december 1992 bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1991, tot 31 december 1994 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1993, tot 31 december 1996 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 augustus 1995, tot 31 december 1998 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997, tot 31 december 2000 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, tot 31 december 2002 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2001 en tot 31 december 2004 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2003, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van respectievelijk 4 augustus 1986, 6 mei 1988, 24 april 1990, 13 september 1991 en 23 maart 1994, 10 juni 1997, 9 maart 1998, 7 mei 2000, 25 september 2002 en 4 juli 2004, wordt verlengd tot 31 december 2006.
La convention collective de travail du 7 mai 1984, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières et scieries de marbres de tout le territoire du Royaume, relative à la réduction de la durée du travail dans les entreprises de carrières et scieries de marbres, rendue obligatoire par arrêté royal du 7 septembre 1984, prorogée jusqu'au 31 décembre 1986 par la convention collective de travail du 17 avril 1986, jusqu'au 31 décembre 1988 par la convention collective de travail du 29 avril 1987, jusqu'au 31 décembre 1990 par la convention collective de travail du 24 avril 1989, jusqu'au 31 décembre 1992 par la convention collective de travail du 24 avril 1991, jusqu'au 31 décembre 1994 par la convention collective de travail du 29 avril 1993, jusqu'au 31 décembre 1996 par la convention collective de travail du 10 août 1995, jusqu'au 31 décembre 1998 par la convention collective de travail du 29 avril 1997, jusqu'au 31 décembre 2000 par la convention collective de travail du 24 juin 1999, jusqu'au 31 décembre 2002 par la convention collective de travail du 15 mai 2001 et jusqu'au 31 décembre 2004 par la convention collective de travail du 26 juin 2003, rendues obligatoires respectivement par les arrêtés royaux des 4 août 1986, 6 mai 1988, 24 avril 1990, 13 septembre 1991 et 23 mars 1994, 10 juin 1997, 9 mars 1998, 7 mai 2000, 25 septembre 2002 et 4 juillet 2004, est prorogée jusqu'au 31 décembre 2006.

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1984, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de vermindering van de arbeidsduur in de ondernemingen der marmergroeven en -zagerijen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 september 1984, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 augustus 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1997, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 maart 1998, verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 mei 2000, verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2001, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2002, verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2003, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 juli 2004;
Vu la convention collective de travail du 7 mai 1984, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières et scieries de marbres de tout le territoire du Royaume, relative à la réduction de la durée du travail dans les entreprises de carrières et scieries de marbres, rendue obligatoire par arrêté royal du 7 septembre 1984, prorogée par la convention collective de travail du 10 août 1995, rendue obligatoire par arrêté royal du 10 juin 1997, prorogée par la convention collective de travail du 29 avril 1997, rendue obligatoire par arrêté royal du 9 mars 1998, prorogée par la convention collective de travail du 24 juin 1999, rendue obligatoire par arrêté royal du 7 mai 2000, prorogée par la convention collective de travail du 15 mai 2001, rendue obligatoire par arrêté royal du 25 septembre 2002, prorogée par la convention collective de travail du 26 juin 2003, rendue obligatoire par arrêté royal du 4 juillet 2004;

Op 28 januari 2003 ontving de Raad voor de Mededinging een aanmelding van een ontwerpovereenkomst in de zin van artikel 12, § 1, van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd door koninklijk besluit van 1 juli 1999, waarin werd meegedeeld dat NeSBIC Buy Out Fund B.V. de uitsluitende zeggenschap verwerft over Chemsumma Corporation N.V. , inclusief haar directe en indirecte dochtervennootschappen met uitzondering van Sodimchemie SAS, door middel van de overdracht van het gehele aandelenkapitaal door Chemsumma Holdings N.V.
Le 28 janvier 2003, le Conseil de la Concurrence a reçu une notification d'un projet de contrat au sens de l'article 12, § 1, de la loi sur la protection de la concurrence économique, coordonnée par arrêté royal du 1 juillet 1999 de laquelle il ressort que NeSBIC Buy Out Fund B.V. acquiert le contrôle exclusif de Chemsumma Corporation N.V. , en ce compris ses filiales directes et indirectes, à l'exception de Sodimchemie SAS, par le biais de la cession de toutes les actions par Chemsumma Holdings N.V.

1) de controlefrequentie voor de gehele Europese Unie gedaald is van 0,27% (1997-1998) tot 0,23% (1999-2002) en, de meeste nieuwe lidstaten meegerekend vanaf 2004, daarna terug is gestegen tot 0,29% (2003-2005);
1) la fréquence des contrôles dans l’ensemble de l’Union européenne a d’abord diminué, passant de 0,27 % (1997-1998) à 0,23 % (1999-2002), puis, avec l’inclusion de la plupart des nouveaux États membres depuis 2004, a augmenté, passant à 0,29 % (2003-2005);