2. In afwijking van artikel 61 kan volgens de in artikel 89, lid 3, bedoelde procedure worden besloten de krachtens deze richtlijn geldende beperkende maatregelen in te trekken, zodra het in artikel 56 vastgestelde klinisch en serologisch onderzoek en de in artikel 57 vastgestelde maatregelen met gunstig resultaat zijn voltooid en bevestigd hebben dat er geen besmetting is met het mond- en klauwzeervirus.
2. Par dérogation à l'article 61, il peut être décidé, selon la procédure prévue à l'article 89, paragraphe 3, de lever les restrictions appliquées en vertu de la présente directive après que l'enquête clinique et sérologique prévue à l'article 56 et les mesures établies par l'article 57 ont été menées et ont confirmé l'absence d'infection par le virus aphteux.