Wat de opmerking van de Raad van State aangaande artikel 8, sub 1° van voorliggend ontwerp van koninklijk besluit betreft : er dient opgemerkt te worden dat deze wijziging noodzakelijk is, aangezien artikel 34, § 2, 4 van voormeld koninklijk besluit van 21 december 1967 de gelijkstelling aan twee voorwaarden onderwerpt : de gerechtigde moet voor die perioden genieten van onderbrekingsuitkeringen (enige voorwaarde hernomen in het voormeld koninklijk besluit van 24 september 2012), maar bovendien mag hij voor die perioden geen aanspraak maken op een rustpensioen
of een als zodanig geldende uitkering krachtens een Belgische regeling, kracht
...[+++]ens een regeling van een vreemd land of krachtens een regeling van toepassing op het personeel van een volkenrechtelijke instelling.En ce qui concerne la remarque du Conseil d'Etat relative à l'article 8, 1°, du présent projet d'arrêté royal : il convient de remarquer que cette modification est nécessaire étant donné que l'article 34, § 2, 4 de l'arrêté royal du 21 décembre 1967 précité soumet l'assimilation à une double condition : le bénéficiaire doit bénéficier pour ces périodes d'allocations d'interruption (une condition reprise dans l'arrêté royal du 24 septembre 2012 précité), mais en outre, il ne peut prétendre, pour ces périodes, à une pen
sion de retraite ou un avantage en tenant lieu, en vertu d'un régime belge, en vertu d'un régime d'un pays étranger ou en
...[+++]vertu d'un régime applicable au personnel d'une institution de droit public.