Wanneer het hoofd van het in § 2 bedoeld controlekantoor vaststelt dat de BTW-eenheid niet of niet geheel voldoet aan de in artikel 1, § 1 bedoelde voorwaarden, of bij verwerping van het in § 2, tweede lid bedoeld verzoek tot uitsluiting, deelt hij zulks mee aan de vertegenwoordiger van de BTW-eenheid binnen de maand na de geldige indiening van het in § 2 bedoeld verzoek middels een schriftelijke en met reden omklede beslissing.
Lorsque le chef de l'office de contrôle visé au § 2 constate que l'unité TVA ne remplit pas ou pas entièrement, les conditions visées à l'article 1, § 1 ou en cas de rejet de la demande d'exclusion prévue au § 2, alinéa 2, il le communique au représentant de l'unité TVA dans le mois qui suit le dépôt valable de la demande visée au § 2 au moyen d'une décision écrite et motivée.